‘Ambtenaren krijgen les in duidelijk schrijven.’ De titel in VK suggereert een hilarisch verhaal over onbegrijpelijke ‘ambtenarentaal’; iedere beroepsgroep heeft immers een eigen jargon en bij sommige groepen is de bubbel net iets wereldvreemder dan de ander (zie ook ‘kantoortaal’, ‘vergadertaal’). Maar waar het artikel inderdaad begint met ‘hilarische’ voorbeelden van ‘relevante stakeholders’, ‘suboptimale projecten’ en een tirade tegen ‘jongstledens’ en ‘dientengevolges’, blijkt het eigenlijk over taalniveau B1 te gaan: het streven naar jip-en-janneketaal als standaard. Korte zinnen, telkens 1 mededeling, afwisselend gebruik van beeldtaal. Tegemoetkoming aan groeiend aantal laaggeletterden. Er wordt nog wel gewaarschuwd zo niet ook een ‘groot deel van je inwoners te beledigen’, maar van brief tot brief de doelgroep en dus het taalniveau in te schatten. Is dit framing? Is dit toegeven aan een gegroeide situatie waarmee niemand blij is? Toenemende laaggeletterdheid en een aanpassing in taalniveau en -vorm leiden onherroepelijk tot tweedeling en tot vergroot onbegrip. Dus help de ambtenaren, maar help ook de mensen die het woord steeds moeilijker vinden, want anders wordt straks de echte dialoog onverstaanbaar, op straat, op het Malieveld, en in de Tweede Kamer.