Toen ik op een gewone, doordeweekse avond de krant doorbladerde, viel mijn oog op een artikel dat me verder niet meer wilde loslaten[1]. Ik bleef zoeken naar betekenissen en kwam van de ene vraag bij de andere. Uiteindelijk heb ik de volgende gedachten op papier gezet, nog steeds verrukt door de schoonheid van het beeld dat het artikel bij mij opriep en de complexiteit van de verklaringen.
In het artikel schrijft Sacha Bronwasser over de commotie die is ontstaan naar aanleiding van het beeld L.O.V.E. van, “Italië’s eigen bad boy” Maurizio Cattelan. Het beeld maakt deel uit van zijn overzicht Against Ideologies waartoe ook La Nona Ora, een door een meteoriet tegen de grond geslagen paus, en een op zijn knieën biddende Hitler deel uit maken.
Bij L.O.V.E verklaart Bronwasser het aanstootgevende op grond van drie gegevens. De uitgestrekte rechterhand als een verwijzing naar de fascistische groet, de opgestoken middelvinger en de plaats, de beurs van Milaan, het financiële hart van de stad (en van Italië) die op deze manier wordt bejegend.
Toch kom ik bij het zien van de afbeelding op een heel andere associatie en boodschap.
Allereerst de plaats en de opgestoken middelvinger. Zo’n middelvinger als teken van disrespect kan alleen als zodanig worden geïnterpreteerd als de hand met de rug naar de geadresseerde wordt gewend[2]; dat zou in dit geval betekenen dat juist de Beurs zelf disrespect betoont aan de wereld, de maatschappij; een boodschap gericht tegen de normen en waarden van de maatschappij die door de financiële wereld niet altijd zo nauw worden genomen[3]. In dat geval is het nog steeds de Beurs die zich door dit beeld aangesproken moet voelen, maar nu op een iets subtielere manier. Hierbij lijkt het mij van groot belang mee te wegen dat de andere vingers afgezaagd zijn, ontbreken. Dit zou inhouden dat degene die deze vinger opsteekt niet anders kan; dit is immers de enige vinger waarover hij beschikt. Had hij de keus uit alle vingers gehad was er misschien een heel ander gebaar ontstaan. Dit neemt niet weg dat ondanks deze beperking er een gebaar van onmiskenbaar disrespect overblijft. Hij had immers ook ervoor kunnen kiezen deze ene vinger te buigen of geen hand op te steken. De boodschap blijft dus een belediging, maar nu weten we dat de zender, als hij wil communiceren, dat alleen op deze manier kan, omdat hij nu eenmaal zo in elkaar zit.
Opmerkelijk is daarbij wel dat de andere vingers afgezaagd zijn. Dit is geen geboortedefect; hier is iets gebeurd. Wie heeft deze vingers afgezaagd? Is de eigenaar van de hand ze kwijtgeraakt door het gevaarlijke, roekeloze gebruik dat hij van zijn hand maakt, of heeft de wereld hem iets aangedaan en hem dusdanig gevormd dat hij nu niet anders kan dan handelen naar deze beperking? In dat laatste geval zou zelfs een uit frustratie geboren reden gezien kunnen worden voor deze uiting naar de maatschappij.
Ten tweede de fascistische groet. Persoonlijk associeer ik een verticaal opgestoken hand niet meteen met de fascistische groet[4]. Ik zie ook geen directe link tussen het fascisme en de zojuist gemaakte opmerkingen over plaats en gebaar in het bovenstaande[5]. In het eerdergenoemde overzicht Against Ideologies komt ook een beeld van een op zijn knieën biddende Hitler voor; wellicht heeft dat aangezet tot de associatie met fascisme. Eerder echter lijkt me het thema geloof, christendom, het thema te zijn waarop we verder moeten associeren.
Een dergelijke, kolossale, marmeren hand met één recht naar boven gerichte vinger doet mij aan een heel andere, beroemdere hand denken.
Constantijn was zeker niet zonder slag of stoot op de Romeinse keizerstroon terecht gekomen. Was het in de tweede eeuw al een ademloze wedren om voor eerder kortere dan langere duur de alleenheerschappij te bezitten, met de komst van Diocletianus en zijn tetrarchie werd het er allemaal niet makkelijker op; zeker niet toen diezelfde Diocletianus naar Spoletum vertrok, de boel de boel liet en het prille systeem van cooptatie zichzelf moest bewijzen.
Uit een wespennest van steeds meer rechthebbenden bleef uiteindelijk slechts Constantijn over. Als geen ander wist hij niet zozeer veldslagen te winnen als wel de winden van de politiek en de stormen van de volksgunst te voorvoelen en te gebruiken. De openbaring van het omen aan de hemel vooraf aan de beslissende slag bij de Milvische brug, IHS en het teken van het kruis waarmee Maxentius werd verslagen, legden hem politiek gezien geen windeieren. Zijn daarop volgende tolerantie-edict verzekerde hem van de steun van de groeiende christelijke achterban.
In Rome liet hij de Basilica Maxentia ombouwen tot Constantini. En in de nieuwe absis werd een Colossus geplaatst van hemzelf op de troon; zijn rechterhand met zijn rechtervinger naar boven wijzend. Daarmee wordt de christelijke symboliek ingezet die de wereldlijke heerser in direct contact met het goddelijke plaatst. En ditmaal zonder fysieke verbintenis als zoon van een der Olympische goden, maar voorzien van een droit divin avant la lettre. De vingerwijzing bestond natuurlijk al binnen de iconografie van de Romeinse imperator, maar dan eerder als wereldse richtingduider van de dux die hij behoorde te zijn (zie afbeelding).
Toch valt ook dit vernieuwende, christelijke aspect van het keizerlijk/Constantinische gebaar binnen een bredere context. Rafaello Sanzio laat in zijn School van Athene Plato en Aristoteles naar de kijker toe wandelen, elk met een duidend handgebaar (afb. 3). Aristoteles, uitgaand van de Waarheid die kenbaar wordt in de zintuiglijk waarneembare wereld, wijst met zijn rechterhand omlaag. Plato, uitgaand van de Waarheid slechts kenbaar in de Ideeënwereld, metaphysisch, wijst met zijn rechterwijsvinger recht omhoog. Uiteraard heeft Plato de Ideeënwereld nooit in de hemel geplaatst. Daartoe leidt de hand van de schilder, die in de zestiende eeuw kan terugkijken op een evolutie van Plato’s leer, via het Neoplatonisme van Plotinus en de vroeg-christelijke interpretatie van Augustinus[6]; de Waarheid bestaat en is kenbaar buiten onze tastbare, zichtbare wereld; buiten het vergankelijke ligt het eeuwige. Daar is de bron van alle dingen met als bekroning het Goede. Enkel naar die bron dus dient de mens te streven en naar die bron zijn leven te richten. De brug tussen beide visies, filosofieën, ideologieën lag voor de hand.
Zo staat ook de Beurs in Milaan als symbool van de financiële wereld, het materialisme bij uitstek, met alle connotaties van dien in de tijden van financiële crisis, in datzelfde brandpunt tussen het tastbare, vluchtige en het ontastbare, onvergankelijke. Want is het niet ook Milaan, is het niet Padania dat zich wil losmaken van de rest van het land, van de armoedzaaiers, degenen die de welvaart niet bevorderen? Twee werelden[7], twee ideologieën; de een klaagt de ander aan, omdat die niet anders kan, omdat die anders is, uit boosheid en frustratie. Een vingerwijzing naar het eeuwige, het hemelse, met de ene vinger die nog rest?
Er kan geen sprake zijn van aanstoot; de kunstenaar maakt slechts zichtbaar wat is. En staat met zijn beeldspraak in een lange traditie. Een traditie die in deze vorm, met deze universele boodschap, in Italië het best op zijn plaats is.
Nog een paar opmerkingen tot slot over de titel van het kunstwerk, L.O.V.E. De puntjes zouden kunnen duiden op een akroniem. De betekenis daarvan kan ik niet beredeneren. Maar de functie van de puntjes zou ook louter kunnen zijn om de letters van elkaar te scheiden. Vier losse, zelfstandige letters en een hand waarbij alle aandacht naar de vingers gaat. Een heel andere hand doemt voor me op, een hand die op een heel ander vlak beeldbepalend is geworden. Robert Mitchum speelt in de film Night of the Hunter[8] de rol van reverend Harry Powell, een serial killer, met op zijn vingers tattoo’s; op de vingers van zijn linkerhand H.A.T.E., op de vingers van zijn rechterhand L.O.V.E., waarbij hij moordt met zijn linkerhand, de bijbel opslaat met zijn rechter. En uiteraard weet de een niet wat de ander doet. Dergelijke tattoo’s heten knuckle tattoo’s[9]. Door de toename van tattoo’s juist bij de rolmodellen binnen sport en entertainment zijn ook dergelijke vormen van communicatie salonfähig geworden.
Love dus als boodschap op de vingers, waarvan er drie zijn afgezaagd, de boodschap onbegrijpelijk is geworden. Eerder is al opgemerkt dat het gebaar zonder de beperking een heel ander gebaar had kunnen zijn. Degene die de hand opsteekt doet dit wellicht uit frustratie en onmacht zijn ware boodschap te verkondigen. Love. Moeten we in de context van alle eerdere opmerkingen wellicht ook de vertaling erbij betrekken? Love is Amor. In een vergelijkbaar beeld blijft het Victory sign over, terwijl de afgesneden vingers nog naast de hand liggen. Ongeacht de mutilatie toch een overwinning? Tegen alle gruwelijkheid en overmacht in toch victorie? Omnia vincit Amor[10]. Wat er ook gebeurt, liefde overwint; wat er ook gebeurt liefde is het allerbelangrijkste. Liefde is de bron.[11]
Daarnaast moeten we ook de associatie met George Orwell’s Newspeak en Doublethink erbij betrekken. In zijn boek Nineteen Eighty-Four[12], waarin de totalitaire staat tot volledig wasdom is gekomen, is het de taak van het Ministery of Love (Miniluv) loyaliteit en liefde af te dwingen voor Big Brother. Een van de onderdelen van het ministerie is dan ook de Thought Police. Het ministerie zelf is ondergebracht in een macaber bastion met prikkeldraad en machinegeweerposten; “The place where there is no darkness”.
Hoewel deze lijn zeer goed zou passen binnen de opzet van Against Ideologies (toch dan ook maar weer de fascistoïde associaties serieus overwegen?), kies ik persoonlijk overtuigd door het gewicht en transparantie voor de eerdergenoemde interpretatie volgens de Klassiek-christelijke lijn. L.O.V.E is Amor. En Amor was de geheime naam van Roma, gefluisterd en bewaard in de mysterieën van Angerona[13] op het Forum Romanum in Rome. Milaan en Rome; twee steden, twee symbolen, twee werelden; het wereldse Milaan, het religieuze Rome; het vergankelijke en het eeuwige.
Aldus heeft Cattelan een prachtig voorbeeld van aemulatio van een Klassiek motief geschapen dat met al zijn connotaties een verleidelijke aanzet is tot een gedachtenbepaling die pas ophoudt bij onszelf en nog heel wat tongen, pennen en toetsenborden in beweging kan krijgen.
Kortom, een prachtig beeld op een prachtige plek.
[1] “Milaan: prima, die opgestoken vinger”, Sacha Bronwasser, Volkskrant 7-10-2010, p. 55
[2] Hand- en vingersymboliek speelden een prominente rol in de Oudheid (zie b.v. de Sarcofago degli Sposi, Museo della Villa Giulia, Rome), voortgezet in de iconographi van het christendom (zie Christus Pantokrator, b.v. Katedraal van Cefalù; Santa Caecilia in de Basilica di S. Cecilia in Trastevere, Rome) en nog steeds aanwezig in de vele Italiaanse gebaren. Vergelijk hierbij ook het beroemde “Victory sign” van Winston Churchill; zie hoe de boodschap verandert als de hand omgedraaid wordt (ook Churchill zelf maakte zich hieraan af en toe ‘schuldig’).
[3] Vergelijk de frictie in de huidige financiële crisis ten aanzien van het bonus-systeem. Voor normen en waarden die afwijken van de gangbare normen en waarden in de maatschappij vergelijk de uitspraak van Gordon Gekko (Michael Douglas) in de film Wall Street (Oliver Stone, 1987, USA): “Greed (..) is good!”; een fraai staaltje van Orwelliaanse Newspeak. Tevens The Bonfire of the Vanities (Brian de Palma, 1990, USA; Tom Wolfe, Franklin Library,1987), een film met een wel zeer toepasselijke naam verwijzend naar de 15e eeuwse Falò delle Vanità en Savonarola’s geestdrift, als ook naar Prediker 1,2.
[4] Zowel in Italië als Duitsland werd de rechterhand, alle vingers tegen elkaar, naar voren gestoken met een diagonaal omhoog gestrekte rechterarm. Enige uitzondering hierop was Hitler zelf die zijn bovenarm naar voren strekte, elleboog knikte, onderarm recht omhoog hief en zijn hand, vingers tegen elkaar, licht achterover liet vallen, of een enkele keer zijn arm horizontaal vooruitstak.
[5] Ik ga hierbij bewust voorbij aan de volksmond die de begrippen fascistisch/fascisten te pas en te onpas gebruikt om onvrede uit te drukken, los van enige ideologische context.
[6] In een tuin van een huis in Milaan vond de bekeringsscène van Augustinus plaats (Confessiones VIII, 28-30; ‘Tolle Lege’ deed hem Paulus (Rom. 13, 13,14) lezen die hem ertoe aanzette van de zinnelijke verlangens af te zien en het Goddelijke te volgen.
[7] In 412 n. Chr. begint Augustinus met zijn boek De Civitate Dei, reagerend op de Val van Rome (in 410 gebeurde het ongelofelijke; Alaric plunderde de Eeuwige Stad, ultiem symbool van macht en onkwetsbaarheid. Een gebeurtenis met een impact vergelijkbaar met 9/11); een duidelijk echo van Plato’s Πολῖτεία, de perfecte, totalitaire mensenstaat.
[8] The Night of the Hunter, Charles Laughton, 1955, USA.
[9] De tekst wordt beginnend bij de rechterpink (1 letter per vinger op het eerste kootje) aangebracht en loopt soms integraal door tot en met de linkerpink; de gebalde vuist wordt de beschouwer gepresenteerd, waardoor de tekst/woorden leesbaar zijn. Voorbeeld van L.O.V.E. op de rechterhand als rolmodel: Robbie Williams.
[10] “Omnia vincit Amor et nos cedamus Amori”, Vergilius, Bucolica, Ecl. X, vs.69.
[11] Cf. Paulus “.., doch de meeste van deze is de Liefde.” I Kor. 13:13
[12] Nineteen Eighty-Four, George Orwell, London, 1949; “War is peace, Freedom is slavery, Ignorance is strength.”
[13] Filippo Coarelli (1992) Il Foro Romano, Roma